Wampum, bont en bezit

Over het project

De ruilhandel in wat de West-Indische Compagnie ‘Nieuw Nederland’ noemde, werd gevoed door twee categorieën Inheemse materialen die afkomstig waren uit ecosystemen van de Haudenosaunee en Algonkin: bont (vooral beverhuiden) en wampum (een symbolisch krachtige, van schelp gemaakte kraal, die ook als betaalmiddel werd gebruikt).

Dit project onderzoekt hoe Inheemse waardesystemen, diplomatieke tradities en ecologische kennis de voorwaarden voor interculturele uitwisseling vormden.

Dit project volgt het spoor van bont over de Atlantische Oceaan en onderzoekt ook de praktijken van viltproductie, hoeden maken en verzamelen in de Republiek. De Noord-Amerikaanse bever was niet alleen een handelsartikel voor Europese kooplieden: hij werd ook uitgebreid bestudeerd door apothekers en natuurhistorici.

Doel van het project

Dit project ondersteunt een promotieonderzoek dat zich in bredere zin richt op Inheemse geschiedenissen rond plaats, koloniale machtsstructuren en ecologische kwetsbaarheid.

Het benadert deze thema’s door dieper liggende geschiedenissen rond mens-dierrelaties en langeafstandsuitwisselingen te situeren in het noordoosten van Noord-Amerika en in de Lage Landen.

Bovendien onderzoekt het project hoe ontbossing in middeleeuws en vroegmodern Europa samenhangt met verschuivende politieke en wettelijke structuren, kunstnijverheidspraktijken en artistieke tradities.

In de Noord-Amerikaanse context onderzoekt dit project hoe de Haudenosaunee, Mohikanen, Munsee, Lenape en Susquehannock Europese eigendomsaanspraken betwistten en hun diplomatieke overtuigingen en praktijken verder ontwikkelden via een uiteindelijk wereldwijde handel.

Partners en Sponsors

Stephanie Archangel
Conservator Geschiedenis
Onderzoeksadviseur