Volkskrant - Donderdag 8 september 2022, 10:32u

Johannes Vermeer veranderde tijdens het schilderen van Het melkmeisje (omstreeks 1660) de compositie. Hij maakte een begin aan een kannenbord aan de muur, een soort kapstok voor schenkkannen, en een vuurmand op de grond: elementen waar hij later overheen schilderde.

De veranderingen werden ontdekt tijdens onderzoek met infraroodtechnieken in het Rijksmuseum in Amsterdam. Begin volgend jaar opent daar de grootste Vermeer-tentoonstelling uit de geschiedenis. Er zullen dan ‘minstens’ 27 van de 35 schilderijen van Vermeer te zien zijn.

De aanpassingen aan Het melkmeisje laten zien hoe Vermeer werkte, aldus Taco Dibbits, directeur van het Rijksmuseum. ‘We kijken wel eens naar zijn werk alsof het een snapshot is, een opname van de werkelijkheid, maar hij bouwde zijn composities heel zorgvuldig op.’

Gregor Weber, hoofd beeldende kunst van het Rijksmuseum, denkt dat Vermeer al schilderend moet hebben gedacht: less is more. En dat maakt Het melkmeisje zo’n kenmerkende Vermeer, legt hij uit: ‘Simpliciteit, sterke beelden, niet door veel details, maar door concentratie.’

Het was al langer bekend dat onder de witte muur op het schilderij andere verfkleuren verborgen zaten. Men nam aan dat het delen van een landkaart waren, die ook te zien zijn op andere werken van Vermeer.

Vorig jaar deed de Gemäldegalerie Alte Meister in Dresden een pikantere ontdekking tijdens de restauratie van Brieflezend meisje bij het venster. Op de muur achter het meisje bleek een schilderij van een blote cupido verborgen te zitten onder een laag verf. Die cupido was overschilderd, decennia nadat het schilderij was gemaakt. Met een scalpel is de verflaag weggehaald.

Verstilling

Pieter Roelofs, hoofd schilder- en beeldhouwkunst van het Rijksmuseum, liet toen weten dat die cupido niet alleen het schilderij veranderde, maar ook het beeld van Vermeer: ‘Vermeer is altijd de schilder van de verstilling en mathematiek geweest. Nu blijkt die verstilling een stuk minder te zijn.’ Het drastisch veranderde Brieflezende meisje uit Dresden zal straks ook in Amsterdam te zien zijn.

Ook de ontdekkingen op Het melkmeisje leveren nieuwe inzichten op, vertelt Roelofs: ‘Je ziet met hoeveel bravoure en daadkracht Vermeer te werk ging, hoe hij zijn compositie met losse verfstreken opzette en daarna verfijnde.’ Zo is ook een duidelijke onderschets met zwarte verf te zien. Het Rijksmuseum overweegt niet om de onderschildering zichtbaar te maken, aangezien uit het onderzoek blijkt dat Vermeer de elementen nooit heeft afgemaakt en er zelf overheen schilderde.

De tentoonstelling volgend jaar betreft een samenwerking tussen het Rijksmuseum en het Mauritshuis in Den Haag. In de tentoonstelling zullen de drie Vermeers uit de Frick Collection in New York te zien zijn. De verbouwing van dit Amerikaanse museum en de mogelijkheid deze Vermeers te lenen, vormden de aanleiding voor de tentoonstelling. Twee van deze werken zijn al honderd jaar niet uitgeleend.

Het oeuvre van Johannes Vermeer (1632-1675) is, met nog ongeveer 35 bestaande schilderijen, klein, en verspreid over zeven landen. Daarom zijn er niet vaak uitgebreide overzichtstentoonstellingen te zien. De laatste grootste Vermeer-tentoonstelling in Nederland vond in 1996 plaats in het Mauritshuis. Toen werden 22 schilderijen bijeengebracht. Met ruim 450 duizend bezoekers is dat nog altijd de best bezochte expositie van het Haagse museum.

Het Rijksmuseum wil de gehele lijst van 27 Vermeers die zijn bevestigd nog niet bekendmaken. Van de schilderijen die volgend jaar in het Rijksmuseum te zien zijn, komen er drie uit het Mauritshuis in Den Haag en vier uit de collectie van het Rijksmuseum. De andere werken reizen naar Amsterdam uit onder meer Washington, Dresden, Dublin, Frankfurt en New York. Over enkele andere schilderijen wordt nog gesproken met mogelijke bruikleengevers. Vanaf donderdag zijn kaarten voor de expositie te koop.