Parool - 8 september 2022, 11:10u

Dankzij de modernste infraroodtechnieken hebben onderzoekers van het Rijksmuseum, het Mauritshuis en de Universiteit van Antwerpen ontdekt dat Johannes Vermeer (1632-1675) aanvankelijk een andere compositie op het oog had voor zijn iconische schilderij Het melkmeisje.

Op de muur achter de dienstmeid troffen de onderzoekers een rek met kannen aan. Rechts op de voorgrond schilderde Vermeer in eerste instantie een vuurmand met drogend linnengoed erop, maar Vermeer veranderde tijdens het schilderen van Het melkmeisje (omstreeks 1660) de compositie. Het was al langer bekend dat onder de witte muur op het schilderij andere verfkleuren verborgen zaten. Eerder werd aangenomen dat het delen van een plattegrond waren, die ook te zien zijn op andere werken van Vermeer.

Volgens directeur Taco Dibbits biedt deze ontdekking een belangrijk inkijkje in de werkwijze van de 17de eeuwse meester uit Delft. “We kijken wel eens naar zijn werk alsof het een snapshot is, een opname van de werkelijkheid, maar hij bouwde zijn composities heel zorgvuldig op.” Gregor Weber, hoofd beeldende kunst van het Rijks, denkt dat Vermeer al schilderend moet hebben gedacht: less is more. En juist dat maakt Het melkmeisje nu tot zo’n kenmerkende Vermeer, aldus Weber: ‘Simpliciteit, sterke beelden, niet door veel details, maar door concentratie.’

Het onderzoek naar de Vermeer vindt plaats in het kader van de eerste grote Vermeertentoonstelling in het Rijks, die al jaren wordt voorbereid en op 10 februari volgend jaar opent. De zeven Vermeers in Nederlands bezit zijn inmiddels onderzocht, net als enkele doeken uit buitenlandse collecties.

27 van de 35 Vermeers

Het idee voor de tentoonstelling ontstond toen bekend werd dat de Frick Collection in New York, dat drie Vermeers in zijn collectie heeft, enkele maanden zijn deuren moest sluiten vanwege een ingrijpende verbouwing.

Die drie Vermeers zijn nog niet eerder samen buiten de Frick te zien geweest; ze ontbraken ook in de meest recente grote Vermeertentoonstelling in Nederland, in 1996 in het Mauritshuis. De 22 schilderijen tellende expositie trok destijds ruim 450.000 bezoekers en is daarmee nog altijd de best bezochte tentoonstelling in de geschiedenis van het museum.

In het Rijksmuseum zullen in totaal 27 van de 35 bekende Vermeers te zien zijn, waaronder Meisje met de parel (Mauritshuis, Den Haag), De geograaf (Städel Museum, Frankfurt am Main), Schrijvende vrouw met dienstbode (National Gallery of Ireland, Dublin), Vrouw met de weegschaal (National Gallery of Art, Washington D.C.) en de vorig jaar gerestaureerde Brief lezende vrouw aan het open raam (Gemäldegalerie Alte Meister in Dresden). Het Rijksmuseum heeft zelf vier meesterwerken van Vermeer: Het melkmeisje, Het straatje, De liefdesbrief en Brieflezende vrouw. Het Mauritshuis leent drie Vermeers uit.

Het Rijksmuseum onderneemt nog pogingen om nóg meer schilderijen naar Amsterdam te halen, maar de kwetsbare staat van de schilderijen maakt dat in sommige gevallen onmogelijk. In een enkel geval bepaalt het testament van de erflater dat het schilderij niet mag worden uitgeleend. Eén Vermeer is spoorloos; die werd in 1990 – waarschijnlijk op bestelling – gestolen uit het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston.

Vermeer is van 10 februari tot en met 4 juni 2023 te zien in het Rijksmuseum. Vanwege de verwachte belangstelling uit binnen- en buitenland is de kaartverkoop donderdag al begonnen. Omdat het veelal om kleine schilderijen gaat, wordt er met time-slots gewerkt, zodat de drukte enigszins binnen de perken blijft.